Westerse decadentie

‘Voor dieren is in Nederland meer aandacht dan voor asielzoekers’, zei mijn taalmaatje laatst. Hij is gevlucht uit een Islamitisch land omdat hij er gezocht werd om zijn kritiek op de overheid daar. ‘Er is niemand tegen een asielcentrum voor dieren’ ging hij door. ‘Sterker nog, het wordt zelfs toegejuicht als er een plaats is voor bijvoorbeeld een hond die ondervoed en vastgebonden aan een boom in het bos wordt gevonden. Hij kan zelfs worden opgehaald door een dierenambulance! Maar voor een asielcentrum voor mensen in nood lijkt heel Nederland op z’n achterste benen te staan’.
Ik moest hem ergens nog gelijk geven ook, was overigens ook trots dat hij die achterste benen al overdrachtelijk wist te gebruiken. Ik bewonder zijn leergierigheid en zijn drang om zo snel mogelijk deel uit te willen maken van onze Nederlandse samenleving.
‘Weet je dat de ayatollahs in Iran hebben afgekondigd dat er binnen een straal van zo’n 100 meter rond een huis waarin een hond leeft de gebeden ongeldig zijn’, ging hij verder, ‘en dat ons op school wordt geleerd dat daar waar een hond is geen engelen komen? Een hond is een onrein dier en dat hoort niet in een huis’.
‘Ja, dat is allemaal geen kattenpis’, reageerde ik. ‘Hé’, zei hij, ‘kattenpis?’ Die overdrachtelijke uitdrukking kende hij dan weer niet. ‘In mijn thuisland noemen ze het houden van dieren in je huis westerse decadentie’, zei hij, ‘hoezo geen kattenpis’. ‘Ja…’ was mijn reactie, ‘geen kattenpis…’ Afijn, voor ik dat weer uitgelegd had…
Het maakte wel dat ik me begon af te vragen wanneer en hoe het houden van huisdieren is ontstaan. In meer dan de helft van de Nederlandse huishoudens loopt, kruipt, vliegt of zwemt immers tegenwoordig wel ergens een huisdier rond.
Ik heb eens opgezocht waar dat gebruik vandaan komt. Het blijkt ergens in de 18de eeuw te zijn geweest toen aristocraten vanuit een zekere drang om zich te willen onderscheiden steeds vaker huisdieren gingen houden. Soms exotische dieren om daarmee aan te tonen hoe breed zij georiënteerd waren. Vaak waren dat honden en vooral poezen, maar ook vogels of zelfs een aapje.
Door de jaren heen kregen steeds meer dieren een sociale functie in het gezin en werd de relatie tussen mens en dier steeds inniger. In 1930 riep de World Animal Protection zelfs een dierendag uit, de 4de oktober, de gedenkdag van de heilige Franciscus van Assisi, de patroonheilige van de dieren.
Maar het is nog gekker, in 2002 werd er zelfs een politieke partij opgericht voor de dieren. En we hebben er dit jaar weer één, ‘Vrede voor dieren’.
Ergo, ik begrijp mijn taalmaatje wel.
Maak jouw eigen website met JouwWeb