Rondvaartboot
‘Wat zijn de vrouwen groot, wat zijn de vrouwen groot. Laatst lag ik op het strand, ik denk daar ligt een rondvaartboot.’ Het is een tekst van wijlen Jeroen Van Merwijk, in mijn ogen de meest onderschatte cabaretier, tekst- en liedjesschrijver die we ooit hebben gehad en die vooral bekendheid genoot met liedjes die door een ander werden gezongen. Ik was een fan, ik hield van zijn wonderlijke taal- en gedachtentochten, zijn ontwapenende humor, scherpzinnigheid en zelfspot.
Ik moest aan hem denken toen ik pardoes in een discussie was beland met vrouwen die groter wilden worden dan de natuur ze had toebedeeld. Stuk voor stuk prachtige vrouwen die naar mijn oordeel geen enkele reden tot klagen hadden, maar kennelijk ontevreden waren over het gereedschap waarmee ze waren uitgerust, of op z’n minst van mening waren dat het toe was aan een onderhoudsbeurt. Het waren geen jonge en maagdelijke vrouwen meer, nee… het waren voornamelijk vrouwen van hoog middelbare leeftijd die zichzelf inmiddels te licht bevonden om het echte werk nog fatsoenlijk aan te kunnen. Namen en adressen van plastische chirurgen en klinieken werden uitgewisseld en ik werd deelgenoot gemaakt van een vleeswarenproblematiek waar ik nauwelijks weet van had. Ik voelde me als een slager die niet wist wat er in zijn eigen vitrine lag.
Ik geloof dat ik binnen het gezelschap een onderhoudsbeurt niet in alle gevallen kon ontkennen, maar toen ik er naar werd gevraagd hoorde ik mezelf zeggen dat ik de schoonheid van een doorleefd lichaam wel mooi vond en dat ouderdom sporen achterlaat die ons als mens een unieke uitstraling geven. Overigens wist ik niet dat ik dat vond, maar het was als vanzelf in mijn brein ontstaan en het kwam uit mijn mond. Dus ik zal dat wel vinden… ‘Ik vind grote borsten die omhoog kijken wel aardig om te zien’, ging ik verder, ‘maar als ze aan een hoog middelbare vrouw zitten ziet dat er uit als een vlag op een modderschuit, dan horen ze naar beneden te kijken.’
‘En wat vind je dan van borstvergroting?’ werd er vervolgens gevraagd, terwijl ze naar mijn vrouw keken die duidelijk niet vooraan had gestaan toen ze werden uitgedeeld. ‘Beginnen we niet aan’, zei ik, ‘wij zijn alle 4 tevreden, zouden jullie ook moeten doen. Bovendien, alles wat er niet is kan ook niet gaan hangen, die van mijn vrouw kijken nog steeds recht vooruit en lijken nog geen enkele behoefte te hebben hun blik neer te slaan.’
Ik kreeg het gevoel alsof ik een lont in het buskruit had gegooid, en werd vervolgens onderworpen aan een vragenvuur waar ze in het Marengo-proces nog een puntje aan kunnen zuigen. In dat soort gevallen lijkt er een schakelaar in mijn bovenkamer te zitten die omslaat. Ik ga dan provoceren en juist datgene zeggen wat het alleen nog maar erger maakt. Misschien was dat na de allereerste vraag ook al gebeurd. Mijn vrouw is dan van het de-escaleren, ze pakte mijn arm en zei, ‘kom we gaan naar de kliniek om onze tieten te laten vergroten.’
Het is de illusie van de maakbare mens die zelfs al lijkt te zijn doorgesijpeld tot de babyboomers.
Maak jouw eigen website met JouwWeb