Op de camping

We hebben in Nederland de grootste campingdichtheid van Europa, en wel gemiddeld bijna 17 stuks per km2. Er zijn in ons kleine landje circa 2500 campings en we staan daarmee dus bovenaan. Frankrijk heeft circa 9000 campings en daarmee het grootste aantal kampeermogelijkheden van alle Europese landen. De grootte echter van Frankrijk (551.695 km2) is ongeveer 13x Nederland (41.850 km2). Wanneer Frankrijk dus dezelfde campingdichtheid zou hebben als Nederland, dan zouden dit (13 x 2500) 32.500 campings zijn.

Het mag duidelijk zijn, wij Nederlanders zijn gek op kamperen en ook ik ben er ingetrapt. Op het moment dat ik deze column schrijf zit ik in een caravan op camping de Berenkuil in Grolloo en de regen komt al een paar dagen met bakken uit de lucht. ‘Volgende week wordt het beter’, zegt mijn vrouw, die vertrouwen heeft in iedereen die -en alles wat- mooi weer voorspelt.

Nu wij met pensioen zijn kunnen we gaan en staan waar we willen en zijn we niet meer gebonden aan de schoolvakanties. Onze dochter heeft een paasarrangement besproken en buiten de schoolvakanties om mochten wij dan wel in de caravan, hij staat er immers toch. We staan dus op een kindvriendelijke camping, maar er is verder nog geen hond te bekennen en alles is gesloten, op de toiletten na dan. De caravans om ons heen zijn vrijwel allemaal onbewoond. Sommige velden lijken wel een oorlogsgebied door de ingezakte voortenten als gevolg van het water dat op de daken is blijven staan en de voorbij stormende windvlagen. Verbogen tentbuizen en gescheurde tentdoeken als gevolg. Bij de opening van de camping zijn deze even snel opgetuigd met de bedoeling er de mooie weekenden en schoolvakanties door te brengen. Geen rekening houdend met april dat nog doet wat het wil en er de voortenten, die er als oude onderbroeken voor zijn gezet, met gemak afblaast.

Toen ik vannacht wakker werd van het donderende onweer waarna de caravan bijna een halve meter omhoog sprong door een blikseminslag ergens in Grolloo, ben ik er toch ook nog even uit geweest om te zien of de voortent nog leefde. Het bleek bijna allemaal in orde, mijn schoonzoon had z’n werk goed gedaan, behalve dan dat de caravan in een kuil bleek te staan, waardoor het water tussen mijn tenen door omhoog kwam.

‘Ik geef het KNMI nog een dag’, zei ik tegen mijn vrouw, ‘als het dan nog niet over is ga ik naar huis.’

 

‘Morgen krijgt een 9’, zei ze.

 

Menu