Jantje Ongeduld
Als wij het huis verlaten om wat dan ook te gaan doen moet mijn vrouw altijd nog even plassen. Ik sta dan al met mijn jas en schoenen aan, neem de deurknop van de voordeur al in de hand en hoor ‘ik moet nog even naar toilet.’ Ik heb me wel eens afgevraagd of haar blaas en de deurknop een bluetoothverbinding hebben met elkaar en heb dat stiekem ook wel eens geprobeerd. Als ik ’s avonds dan een plasje moest doen nam ik die deurknop even in de hand, maar er gebeurde niets, ze bleef gewoon op de bank zitten. Het kan ook zijn dat er dan geen bereik was, de toilet en de voordeur zitten vrijwel naast elkaar, de bank staat achter in de kamer.
Hoe dan ook, als wij weggaan en zij moet plassen ga ik meestal toch naar buiten, start de auto en zet deze voor de deur, ze kan dan gelijk instappen. Ze kan het niet laten om me dan telkens weer een ‘Jantje Ongeduld’ te noemen. ‘Ouwe zeikerd,’ is dan veelal mijn reactie. Kortom het is altijd gezellig als wij op pad gaan.
Geduld is een deugd, evenals voorzichtigheid, gematigdheid en moed. Het is een vrije vertaling van de vier zogenoemde kardinale deugden, ooit uitgewerkt door Aristoteles in zijn ‘Ethica Nicomachea.’
Zelf heb ik het idee dat het met de voorzichtigheid, gematigdheid en moed wel snor zit. Alhoewel de gematigdheid bij tijd en wijle wel in gevaar komt als er chocolade op tafel staat, of speculaas, of een mooie fles wijn… En voorzichtigheid..?.. Mmm… laatst heb ik toch een bout die muurvast zat met een grote ringsleutel, een zware hamer en een hoop ‘gloeiende gloeiende #$%^&* donder en bliksem’ losgeslagen en vernield.
Maar het gebrek aan geduld steekt wel overal bovenuit. Als ik iets in mijn hoofd heb dan moet dat meteen. Laatst zag ik een afschrijving op onze bankrekening van een hotel, ik schrok daarvan en vroeg mijn vrouw of wij daar de nota nog van hadden. Ze keek op van haar boek, ‘Ik denk het wel,’ zei ze, ‘die ligt vermoedelijk in het bovenste bakje in de kast.’ Ik die bak helemaal doorzocht, uiteindelijk geïrriteerd leeg gegooid en één voor één alle poststukken bekeken. ‘Niet te vinden,’ zei ik en mijn ongeduldsklier begon te zwellen. ‘Ik zal straks wel even kijken,’ zei ze. ‘Kan dat niet nu,’ vroeg ik. ‘Nee ik zit nu in dit boek en lees even het hoofdstuk uit.’ Mijn klierspanning nam toe en mijn vrouw merkte dat. ‘Je moet eens een beetje beter om leren gaan met uitgestelde aandacht,’ zei ze. Ze moet het dan altijd weer belerend benaderen en onderwijl kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat ze langzamer gaat lezen. Na 15 minuten staat ze op en zegt: ‘zo, nu ga ik eerst even naar toilet.’ ‘Zet ik vast de auto voor de deur,’ zei ik, in een poging grappig te zijn, maar mijn klier stond op springen. Komt ze terug, loopt naar de kast, kijkt even in de bak en zegt: ‘alsjeblieft, Jantje Ongeduld.’ Mijn klier heeft direct weer zijn normale omvang, maar dat ‘Jantje Ongeduld’ gaat me een beetje de keel uithangen en eigenlijk moet en wil ik daar wat mee….
Dus ik heb het opgeschreven, dat helpt. U kent vast het spreekwoord wel: Papier is geduldig.
Maak jouw eigen website met JouwWeb