De billen van Cora

Bigorexia is een medische term voor een sportverslaving. Iemand die verslaafd is aan sporten, is eigenlijk verslaafd aan endorfine; een natuurlijke stof die vrijkomt na zo’n twintig tot dertig minuten intensief sporten. Endorfine wordt ook aangemaakt als we de liefde bedrijven, chocolade eten of drugs gebruiken. Het stofje zorgt voor een plezierig en aangenaam geluksgevoel.

Ik moet meer bewegen van de dokter, in de vorige column heb ik daar ook al over geschreven en is de aanschaf van een hond langsgekomen. Dat bleek geen oplossing, daarom ben ik lid geworden van een hardloopclubje en doe ik nu, met nog 9 knarren, oefeningen onder leiding van een coach. Ze heet Cora en lijkt een kruising tussen een Belgische dikbil en een staafmixer. Belgisch omdat ze een accentje heeft, staafmixer omdat ze zo druk is; de dikbil laat zich raden…

Ik vind hardlopen helemaal niets. Ik vind sporten sowieso niets, je gaat er zo van stinken. Maar ik wil het advies van de dokter niet in de wind slaan. We doen het twee keer in de week, op zaterdag- en woensdagmorgen, klokslag 11:00 uur. De eerste keer was ik het vergeten en werd ik om 10 over 11 al direct door Cora gebeld met de vraag of ik schrik had en nog goesting had om te komen.

Als warming-up wandelen we dan eerst rondjes in de zaal en daarna gaan we los. Nu doen we alles nog binnen, maar als het straks lente wordt, gaan we naar buiten. Cora heeft beloofd dat we na 10 weken minstens in staat zullen zijn om 5 kilometer te lopen in slechts 30 minuten.

Cora loopt steeds voorop en geeft het tempo aan. Eerst een minuut hardlopen, dan een minuut wandelen en zo bouwt ze dat langzaam op. Ik probeer steeds vlak achter haar te blijven, gemotiveerd door de vrije blik die ik dan heb op haar sierlijk deinende bilpartij die zich zo ferm aftekent in het veel te kleine sportbroekje. Dat blijkt voor mij een goede motivatie te zijn om het vol te houden. Sindsdien sta ik, inmiddels als trouw lid van de groep, altijd op tijd klaar. Te laat komen is er niet meer bij. Mijn vrienden vragen al niet meer naar mijn loopprestaties, maar naar de billen van Cora.

Ik probeer steeds vlak achter haar te blijven, gemotiveerd door de vrije blik die ik dan heb op haar sierlijk deinende bilpartij die zich zo ferm aftekent in het veel te kleine sportbroekje.

Cora heeft me beloofd dat mijn lichaam na ongeveer 20 á 30 minuten de chemische stofjes aan gaat maken waar je dan zo gelukkig van wordt. De lichaamsdelen die dat zouden moeten doen, blijken bij mij echter alleen in werking te treden als het hardloopuurtje voorbij is, ondanks de billen van Cora ben ik dan pas echt gelukkig.

Laatst vroeg Cora ons wie er met haar mee wilde doen aan een ‘Mud Run’. Ik wist eigenlijk niet wat dit was, maar bij de term ‘mud’ gingen al mijn bellen direct rinkelen. Het bleek te gaan om een prestatieloop van 6 kilometer waarbij je via een uitgezet parcours allerlei hindernissen neemt, over heuvels en muren klimt en door sloten, greppels en modder kruipt als op een stormbaan in het leger. Ze beloofde eenieder die het met haar haalde een koud Belgisch finishbiertje.

Ik heb deze beker aan mij voorbij laten gaan. Vooral omdat de billen van Cora zo goed als zeker binnen een mum van tijd uit mijn blikveld zouden verdwijnen en daarmee ook mijn motivatie.

Ik ben ter aanmoediging nog wel gaan kijken. Het had een goed idee geweest om daarbij een regenpak aan te trekken. Ik stond dicht langs het modderpad zodat, als Cora voorbij zou komen, mij niets van haar bilpartij zou ontgaan en ik er zeker van kon zijn dat ze mijn aanmoediging zou horen.

Plots kwam er een horde van zo’n 40 deelnemers langs. Ik heb niet gezien of Cora daartussen zat, het was een éénkleurige spetterende baggerkliek dat langs kwam. Dit is nog een paar keer gebeurd, tot ik erachter kwam dat ik inmiddels zelf ook nogal onder de modder zat.

 

Ik ben naar huis gegaan, voelde me een vies oud mannetje en vroeg me af: ‘#MeToo?’

 

Menu

Maak jouw eigen website met JouwWeb