De ballenbak
‘De ballen!’ Het was een afscheidsgroet in mijn jeugd als vervanging voor de groeten. ‘Jongens, de ballen,’ en je ging weg. Ballen zijn uitgegroeid tot een metafoor waar je niet meer omheen kunt. Hij weet er de ballen van, elkaar de bal doorspelen, alle ballen in de lucht houden, een balletje opgooien, wie kaatst moet de bal verwachten, hij werkt zich de ballen uit de broek, wat een slijmbal, het maakt mij geen bal uit, de bal is rond, dat gaat je geen bal aan. Zomaar wat uitkomsten als je op internet naar ‘ballen’ zoekt.
Wij zijn enthousiaste saunabezoekers. Uit Fins onderzoek zou gebleken zijn dat het lichaam allerlei stoffen aanmaakt waarvan wij blij, vrolijk en gelukkig worden. Het zou ook gek zijn als ze iets anders zouden beweren. Finland geldt als de bakermat van de sauna met meer dan 3 miljoen sauna’s op 5,5 miljoen inwoners. Maar dat zal ons aan de ballen jeuken, we vinden het gewoon lekker. Laatst vroegen wij een bevriend stel of ze zin hadden om een keer met ons mee te gaan. ‘Nee,’ riep de mannelijke helft schaterlachend, ‘daar heb ik de ballen niet voor.’
Daarmee had ik nog een metafoor te pakken; ballen staan ook voor lef, moed en kracht. Vooral gebruikt door mannen, vermoedelijk omdat die er twee tussen de benen hebben hangen. Wij – ja, ik ben er zelf ook één – blijken namelijk ook met onze ballen te kunnen denken en menen daarmee het predicaat sterke of stoere man te kunnen verwerven. Een predicaat dat maar al te vaak gepaard gaat met grenzeloze zelfoverschatting, baldadigheid en overmoed, vermengd met een gebrek aan inlevingsvermogen, integriteit en zelfbeheersing. Het is verbazingwekkend dat we het daarmee in de politiek, in het bedrijfsleven en zelfs op het wereldtoneel nog zo verbazend ver kunnen schoppen. Hoe komen al die ballen toch aan de macht?
Wij – ja, ik ben er zelf ook één – blijken namelijk ook met onze ballen te kunnen denken en menen daarmee het predicaat sterke of stoere man te kunnen verwerven.
Ze hebben hun ballen vervolgens ook nog eens zo groot mogelijk opgeblazen, ze hebben zo luid mogelijk gebrald over lef en moed en zichzelf zo hard mogelijk op de borst geslagen. Hierdoor hebben ze macht verkregen en zijn ze als zodanig geaccepteerd en zelfs geadoreerd door heel veel omgevingsballen. Er blijkt niet zoveel verschil te zitten tussen ons en de gorilla’s bovenop de apenrots.
Er is veel onderzoek gedaan naar mannelijk (moet tegenwoordig, om voor mij onduidelijke redenen, zo nodig met de term ‘masculien’ worden aangeduid) leiderschap. Ik ontdekte onlangs dat er door een psycholoog, ene Tomas Chamorro-Premuzic, een boek over is geschreven; ‘Why do so many incompetent men become leaders?’ Incompetent leiderschap is overal zegt hij, en het valt niet te ontkennen dat de meeste van deze leiders mannen zijn. In dit boek stelt de schrijver twee belangrijke vragen: Waarom is het zo makkelijk voor incompetente mannen om leiders te worden? En waarom is het voor met name competente vrouwen zo moeilijk?
Tomas heeft lange tijd grondig onderzoek verricht en geconcludeerd dat mannen, die de meerderheid van de leiders vormen, veelal ondermaats presteren in vergelijking met vrouwen. In feite stellen de meeste organisaties leiderschapspotentieel gelijk aan een handvol destructieve persoonlijkheidskenmerken, zoals overmoed en narcisme. Met andere woorden, deze eigenschappen kunnen iemand helpen geselecteerd te worden voor een leiderschapsrol, maar ze werken averechts als de persoon eenmaal de baan heeft.
In feite stellen de meeste organisaties leiderschapspotentieel gelijk aan een handvol destructieve persoonlijkheidskenmerken, zoals overmoed en narcisme.
Competente vrouwen worden vaak ten onrechte over het hoofd gezien. Het resultaat is een zeer gebrekkig systeem dat arrogantie beloont in plaats van nederigheid, en luiheid in plaats van wijsheid.
Ik vraag me af of de oorlog in Oekraïne ook was begonnen als er een vrouw aan de macht had gestaan in Rusland. Vrouwelijk leiderschap draagt in zijn algemeenheid toch veel meer empathie, begrip en rationaliteit in zich. Zij worden immers niet gehinderd door onderhangende ballen die het denkpatroon zo domineren.
Ik heb nog even naar mijn eigen ballen gekeken, had een spiegeltje nodig om een goed beeld te krijgen. Ik schrok ervan, ze hangen inmiddels behoorlijk door. ‘Daar gaat niet zoveel denkkracht meer van uit,’ hoorde ik mezelf mompelen. Ik ben nog slechts een zachte bal onderin zo’n ballenbak, u kent ze wel, elk Ikeafiliaal heeft er één. Een grote bak met ballen in allerlei kleuren, waarin elke bal past.
Maak jouw eigen website met JouwWeb